Huiselijk geweld (volwassenen)

Iedereen heeft wel eens ruzie. In elk gezin en in elke relatie. Heel normaal, maar wat als de stoppen echt doorslaan? Zo erg dat er wordt geslagen, uitgescholden en dagenlang gezwegen. Of dat uw partner u dwingt om seks te hebben, controleert met wie u praat en waar u naartoe gaat. Dit is natuurlijk niet normaal. En toch komt het meer voor dan u denkt. Veel te veel.

Huiselijk geweld (geweld tussen personen die een relatie met elkaar hebben) is de meest voorkomende vorm van geweld. Van alle Nederlanders is 45% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Zo’n 200.000 vrouwen hebben in huiselijke sfeer regelmatig te maken met dit geweld, 50.000 vrouwen hebben stelselmatig te maken met mishandeling. Jaarlijks overlijden 50 tot 70 vrouwen aan de gevolgen. Ook mannen worden mishandeld in hun thuissituatie, maar het geweld tegen hen is vaak minder ernstig.

Er zijn drie vormen van geweld:
– Lichamelijk geweld: slaan, schoppen, iemand aan de haren door het huis slepen of van de trap af duwen.
– Seksueel geweld: u wordt gedwongen seks te hebben of seksuele dingen te doen.
– Geestelijk geweld: uw partner speelt de baas, verbiedt dingen, vernedert of bedreigt u en vernielt uw spullen.

Een aantal indicaties of iemand risico loopt op (structureel) huiselijk geweld:
– Een partner
• Voelt zich niet gewaardeerd.
• Doet vaak dingen tegen zijn zin of vermijdt bepaalde handelingen om ruzie te voorkomen.
• Is (soms) bang voor haar/zijn partner.
• Voelt zich geïntimideerd.
• Is onzeker over gevoelens en gedachten t.a.v. de partner en anderen.
• Voelt zich in toenemende mate onzeker en apathisch.
• Heeft wel eens een klap(pen) gehad van de partner of is echt gedwongen iets te doen (ook seksueel).
• Is niet vrij om met vriend(innen) of familie om te gaan.
• Heeft het gevoel dat hij/zij vergeleken met vroeger niets meer kan, onzekerder is en nergens meer zin in heeft.
• Neemt geen beslissingen zonder de mening van de ander te vragen.
• Hoopt dat het ooit zal verbeteren.

– De andere partner
• Is snel jaloers.
• Bekritiseert zijn/haar partner vaak in gezelschap.
• Behandelt de partner als persoonlijk bezit. Wil altijd weten wat de partner doet en waar hij/zij is.
• Verbiedt contacten met anderen.
• Maakt het de partner onmogelijk een baan te hebben of cursussen te volgen.
• Gebruikt meestal veel alcohol en drugs.
• Gedraagt zich heel stoer en mannelijk.
• Is erg wisselend in gedrag.
• Vernielt zaken als hij kwaad is.
• Slaat – incidenteel – zijn/of haar partner.

– De kinderen
• Hebben problemen op school.
• Zijn agressief naar andere kinderen.
• Maken tekeningen van geweld en/of ruzie thuis.

Wat kunt u – als slachtoffer – doen?
Als u met geweld te maken heeft en er slachtoffer van bent, hoeft u dat niet te accepteren, ongeacht de oorzaak of de aanleiding van het geweld. Accepteer het nooit en kom zo snel mogelijk in actie. Want hoe langer het duurt, hoe erger het kan worden.
Een van de belangrijkste stappen is dan ook om ermee ‘naar buiten’ te komen. Vraag hulp en steun aan uw omgeving. Misschien praat u er liever niet over met anderen, bijvoorbeeld uit angst voor negatieve reacties of uit schaamte. Maar besef dan dat het de beste manier is om de eigen situatie onder ogen te zien. Praat dus met een vriendin, een familielid of iemand anders die u vertrouwt. Samen kunt u bepalen wat te doen om het geweld een halt toe te roepen. En er zijn vele instanties die u daarbij kunnen helpen, zoals de huisarts, de politie, vrouwenhulpverlening of een opvanghuis zoals het Blijf van mijn Lijf. Uw doel moet zijn dat het geweld stopt!! U heeft recht op een goed, respectvol, veilig en gelukkig leven!

Tips:
– Wees altijd duidelijk. Als u iets niet leuk vindt of onprettig: zeg het meteen en vooral, zeg het duidelijk!
– Bij de eerste klap is het belangrijk meteen te reageren. Maak duidelijk dat u het niet pikt. Denk dus niet ‘ik kijk het nog even aan’. Indien er al vaker klappen zijn gevallen, moet u hulp vragen (zie ook het stukje hierboven).
– Hoop niet dat uw partner vanzelf weer verandert. Laat u vooral ook niet meesleuren in zijn problemen. Heb geen medelijden, u kunt zijn problemen niet oplossen.
– Laat u vooral geen schuldgevoelens aanpraten. Het is niet uw schuld!!
– Accepteer geweld nooit! U heeft het recht om met respect behandeld te worden, boos te worden, fouten te maken, nee te zeggen, van gedachten te veranderen en tegen het gedrag van uw partner te protesteren. En u heeft ook het recht om weg te gaan!!
– Geef aan dat u de volgende keer weggaat of de politie inschakelt.
– Probeer de signalen van een komende uitbarsting te herkennen. Ga weg indien u die signalen merkt. Verlaat het huis bijvoorbeeld met een geloofwaardige smoes.
– Wees trots op uzelf als u actie onderneemt!!
– Hou eventueel een dagboek bij om alles van u af te schrijven en op een rijtje te zetten. Let wel: verstop dit dagboek goed zodat uw partner er niet bij kan.

Tijdens een geweldsuitbarsting:
– Denk aan uw eigen veiligheid en die van de kinderen. Overleef!! Bescherm uzelf, vlucht of verdedig u. En doe dit met overtuiging.
– Wanneer u vlucht, ga dan niet te snel weer terug en vraag een ander om met uw partner te praten.
– Zorg dat u snel alarm kan slaan. Koop bijvoorbeeld een mobiele telefoon en programmeer deze zo dat u met een druk op de knop verbinding heeft met de politie, buren of iemand anders die kan helpen. Het landelijke alarmnummer 112 werkt ook als je beltegoed op is!!
– Zorg dat er geen als wapen te gebruiken voorwerpen binnen handbereik zijn (keukenmessen, asbakken).
– Zorg dat u de buitendeur altijd kunt openmaken (laat de sleutel in het slot of in de buurt van de deur.
– Als u een auto heeft: parkeer deze dan altijd zo dat u er snel mee weg kunt rijden. En zorg dat er altijd voldoende brandstof in zit. Loop naar uw auto met de autosleutel in uw hand en sluit de portieren direct af, nadat u bent ingestapt. Laat de ramen ook dicht.
– Draag liever geen sjaals, lange halskettingen of loszittende kleding. Daaraan kunt u makkelijk worden vastgehouden of erger..

Als u gewond bent:
– Ga naar een dokter of de Spoedeisende Hullp van een ziekenhuis.
– Zeg altijd waar uw letsel vandaan komt en verzin vooral geen smoezen. Een dokter heeft geheimhoudingsplicht.
– Maak foto’s en laat foto’s maken van je wonden, als bewijsmateriaal.

Als je kinderen hebt:
– Bedenk goed wat u (kleine) kinderen wilt en kunt vertellen.
– Vertel oude kinderen wat er aan de hand is. Maak het bespreekbaar en overweeg of ze een rol kunnen spelen bij het stoppen van het geweld.
– Maak duidelijk dat het geweld niet mag en dat het niet hun fout is.
– Probeer te voorkomen dat ze direct getuige zijn van het geweld. Probeer een manier te vinden om ze in veiligheid te brengen.

Mensen die met huiselijk geweld worden geconfronteerd kunnen contact opnemen met hun huisarts, telefonisch met (bijvoorbeeld) de Stichting Korrelatie (0900-1450) of de telefonische hulpdienst 0900-0767. Huiselijk geweld is ook een kerntaak voor de politie. De politie heeft een expliciete taak in de opsporing van strafbare feiten, het bieden van hulp en het stoppen van geweld. Ook achter de voordeur.