Kindermishandeling

In Nederland worden per jaar ten minste 50.000 kinderen ernstig mishandeld. En ieder jaar gaan er minstens 50 kinderen dood als gevolg van mishandeling.

Kindermishandeling komt voor in allerlei vormen:

Lichamelijk; door slaan, schoppen of gebruik van voorwerpen.; het toebrengen van letsel door ouders, verwanten of opvoeders. Het letsel dat kinderen er aan overhouden, heeft in ieder geval ook lichamelijke gevolgen: blauwe plekken, keuzingen, breuken, letsels aan inwendige organen, hoofdletsels en soms letsels die uitwendig niet zichtbaar zijnl

Psychisch; door stelselmatig vernederen, kleineren, sociaal isoleren e.d.: elk kind heeft emotionele behoeften. Denk hierbij aan steun, veiligheid en geborgenheid en bescherming. Groeit het kind op in een vijandig, afwijzend en onvoorspelbaar klimaat, dan krijgt het tekort aan emotionele behoeften. Wat het kind ook doet, het is nooit goed genoeg. Voorbeelden van deze vorm van mishandeling zijn: pesten, treiteren, vernederen, schelden, bespotten, negeren, opzettelijk in gevaar brengen, opzettelijk speelgoed of andere voorwerpen vernielen, dreigen met geweld of de dood, terroriseren, achterstellen bij andere kinderen, isoleren van anderen of verhinderen van contacten met anderen, te hoge eisen stellen, enzovoorts.

Emotionele verwaarlozing; een ouder-kind relatie is van essentieel belang voor een goede en prettige jeugd. Bij emotionele verwaarlozing is deze relatie koel, liefdeloos en afwijzend. Het kind krijgt geen aandacht, genegenheid, ondersteuning of stimulering. Deze vorm van mishandeling begint meestal al vanaf de eerste levensjaren. Voorbeelden: de ouder is emotioneel niet beschikbaar, communiceert niet of nauwelijks, speelt niet met de baby en het kind wordt voortdurend aan zijn lot overgelaten (bijvoorbeeld opsluiten), de ouder helpt niet wanneer het kind dat nodig heeft en de ouder doet net alsof het kind niet bestaat. Met als gevolg: groei- en ontwikkelingsproblemen, mogelijk in combinatie met ernstige gedragsstoornissen zoals agressei.

Lichamelijke verwaarlozing; onthouden van voeding, slaap, liefde e.d. Iedereen heeft recht op bepaalde basisbehoeften. Kinderen al helemaal. Daarbij kunt u denken aan kleding, voedsel, hygiene, medische verzorging en slaap. Bij lichamelijke verwaarlozing krijgt het kind niet de zorg waar het recht op heeft. Voorbeelden hiervan: het kind in de kou of regen laten staan, onvoldoende of ongeschikte voeding geven, geen medische zorg verlenen, slechte kleding geven, enzovoorts. Het gevolg hiervan kan zijn dat een kind een slechte weerstand opbouwt, veel ziek is en erg moe.

Seksueel misbruik; het betrekken van onafhankelijke, op het vlak van ontwikkeling onrijpe kinderen of jongeren in seksuele activiteiten die ze niet volledig begrijpen of die de sociale grenzen van een familierelatie overschrijden. Voorbeelden: seksuele aanrakingen, spelletjes met kinderen of het betrekken van kinderen bij spelletjes (pornofilms laten kijken, masturbatie), begluren, betasten, verkrachten (met of zonder verwondingen), incest, georganiseerde seksuele uitbuiting (kinderprostitutie, kinderpornografie, kinderhandel met het oog op seksuele uitbuiting, individuele pedofilie). De gevolgen van seksueel misbruik zijn ongekend groot: ongewenste zwangerschappen, angsten, afkeer tegen lichamelijk contact, inwendige gevolgen, sociaal-emotionele problemen, etc.

Münchhausen syndrome by Proxy; Ouders (meestal de moeder) maken hun kind opzettelijk ziek om aandacht te krijgen/trekken. Ze verzinnen of veroorzaken regelmatig een kwaaltje waardoor hun kind weer ziek is. Bijvoorbeeld door het stimuleren van een ziekte (het aanbrengen van bloed in de urine van het kind), het verzinnen van een ziekte (een gedetailleerd verslag geven van stuipen, die alleen door de ouder gezien worden), het veroorzaken van ziekte (vergiftiging, verstikking, besmetting)…
Het gevolg is dat kinderen allerlei onderzoeken moeten ondergaan, moet worden opgenomen in het ziekenhuis, medicatie krijgt, behandelingen en zelfs operaties.

Vaak komen meerdere van bovenstaande vormen tegelijkertijd voor.

Een aantal gedragssignalen dat kan wijzen op kindermishandeling (maar dat niet met zekerheid aantonen!):
-Bij kinderen:

Agressief gedrag tegenover mensen, maar ook dieren.

Zich terug trekken, minderwaardigheidsgevoelens.

Concentratiestoornissen.

Seksueel uitdagend gedrag (kan wijzen op seksueel misbruik).

Angst voor (sommige) volwassenen.

Schrikreacties bij “gewoon” lichamelijk contact.

Lichamelijke klachten als vermoeidheid, buikpijn, lusteloosheid.

Plotselinge grote gedragsveranderingen.

-Bij de ouders:

Vreemde verklaringen voor (herhaaldelijk voorkomend) lichamelijk letsel.

Geen belangstelling voor de schoolprestaties van het kind/de kinderen.

Kinderen regelmatig thuis houden van school of peuterspeelzaal.

Bij ernstige, gefundeerde vermoedens van kindermishandeling kunt u melding maken bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK); ook voor advies. Bereikbaar op telefoonnummer 0900 – 1231230 (0,05 Euro per minuut). Kinderen kunnen ook bellen met de Kindertelefoon, dagelijks van 14.00 tot 20.00 uur: 0800 – 0432, eventueel anoniem. Maar een kind kan ook met zijn mobiele telefoon bellen naar: 0900 – 0132 (niet gratis; 20 eurocent p/m en de kosten van de mobiele telefoon!).